Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028 Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028

1.3 Ontwikkelingen van 2023 naar 2024

In deze paragraaf behandelen we normaliter de financiële ontwikkeling van 2023 naar 2024. Het coalitieakkoord 2023-2027 ‘Water voor Mens en Natuur. Een trendbreuk in waterbeheer’ heeft echter tot wijzigingen geleid. Ook de toezegging aan de VV om de prestatie-indicatoren te beoordelen op duurzaam- en bruikbaarheid maakt dat we in de begroting onderdelen hebben aangepast. Daarom bespreken wij in deze paragraaf meer dan alleen de financiële ontwikkelingen.


Indeling begroting

De indeling van de begroting hebben we aangepast aan de indeling van de jaarstukken. Hierdoor maken wij de planning en control producten meer herkenbaar en beter vergelijkbaar. Zo hebben we de verplichte paragrafen opgenomen in hoofdstuk 4 en het totaaloverzicht van de investeringen in hoofdstuk 5. De hoofdstukken 6 en 7 bevatten respectievelijk de exploitatieoverzichten en de balans en komen daarmee overeen met het jaarrekeningdeel uit de jaarstukken.


Beoordeling prestatie-indicatoren

Aan de VV is toegezegd de huidige set prestatie-indicatoren bij de start van de nieuwe bestuursperiode te beoordelen op duurzaam- en bruikbaarheid. Het traject dat we hiervoor hebben doorgelopen, heeft een aantal resultaten opgeleverd. Ten eerste hebben we binnen het programma waterketen en circulariteit een paar prestatie-indicatoren laten vervallen.

-     Vermindering rioolvreemd water in %.

-     GWW-opdrachten met duurzame/ circulaire ambitie.

-     (Advies)diensten en leveringen met duurzaam/circulaire ambitie.

Binnen het programma financiën hebben we de prestatie-indicator vervangen ‘externe financiering in % vaste activa’ laten vervallen.


Daarnaast hebben we drie nieuwe prestatie-indicatoren gedefinieerd.

1.   In het programma waterketen en circulariteit: aandeel toegepaste secundaire en biobased materialen in GWW-projecten.

2.   In het programma financiën: kapitaallasten als % van de totale lasten.

3.   In het programma organisatie en bedrijfsvoering: mate van cyberweerbaarheid.


Tot slot hebben we binnen het programma organisatie en bedrijfsvoering twee prestatie-indicatoren aangescherpt.

1.   Werkgeverschap.

2.TRCF (Total Recordable Case Frequency).


We hebben, zoals we ook in de jaarstukken doen, de prestatie-indicatoren in één overzicht gezet en in bijlage 5 opgenomen.


Nieuwe programmalijnen

We hebben twee nieuwe programmalijnen toegevoegd: (1) Nationaal Programma Landelijke Gebied en (2) bodem en grondwater.

Delfland is als één van de adviserende stakeholders betrokken bij de uitwerking van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) in het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG). Wij onderschrijven de inzet van dit programma volledig. Deze programmalijn is opgenomen onder het programma waterkeringen en waterbewustzijn (zie paragraaf 3.1.3).


Voor bodem en grondwater voeren wij al werkzaamheden uit, waarvoor ook budget beschikbaar is, maar tot en met 2023 zijn die activiteiten ondergebracht in andere programmalijnen. Door de onderwerpen onder te brengen in een aparte programmalijn inclusief de huidige budgetten worden ze zichtbaarder. Deze programmalijn is opgenomen onder het programma waterkwantiteit en klimaatadaptatie (zie paragraaf 3.3.3).


Financiële ontwikkeling

In de begroting wijzigt het exploitatiesaldo met € 9,8 miljoen ten opzichte van 2023. Dit is het gevolg van € 10,4 miljoen hogere kosten en € 20,2 miljoen hogere opbrengsten.


Kosten

De netto kostenstijging is € 10,4 miljoen. De bruto kosten zijn ongeveer € 19 miljoen hoger, maar door maatregelen als temporiseren van werkzaamheden, het inwisselen van nieuw voor oud, en het creëren van extra opbrengsten hebben we de kostenstijging deels kunnen compenseren.


De kostentoename wordt voor een groot deel veroorzaakt door de sterk gestegen personeelskosten en inflatie (samen goed voor ruim € 15 miljoen) en de energiekosten met ongeveer € 2,8 miljoen. Andere oorzaken zijn bijvoorbeeld de intensivering van waterkwaliteit met € 3,0 miljoen en de (door)ontwikkeling van onderhouds- en beheerssystemen met circa € 1,0 miljoen. Daarentegen dalen de kapitaallasten met ongeveer € 4,2 miljoen, omdat de rentelasten afnemen door de aflossingen van leningen en door de incidentele rentebaten op het schatkistbankieren. De overige € 1,4 miljoen zit bijvoorbeeld in de toename van bijdragen aan derden, zoals HWBP (€ 0,5 miljoen) en de RBG (€ 0,5 miljoen), en andere activiteiten (zowel plus als min).


Zoals aangegeven hebben we de kostentoename van € 19 miljoen gecompenseerd met diverse maatregelen zoals nieuw voor oud, temporisering van werkzaamheden en door nieuwe opbrengsten met een totale waarde van € 8,6 miljoen. In de tabel hierna geven we de diverse maatregelen weer.


Omschrijving

Bedragen

Nieuw voor oud


Klimaatadaptatie voor Strategie wateroverlast

0,6

Herijking binnen waterketen

1,0

Vrijval Klimaatbewustzijn en –netwerk

0,2

Biodiversiteit voor waterkwaliteit

0,4

Efficiency vergunningverlening

0,1

Bestaande taakstelling

0,7

Subtotaal

3,0

Temporiseren


Temporiseren onderhoud watersysteem (waarvan € 0,5 miljoen structureel)

1,5

Temporiseren uitvoering waterketen

1,1

Temporiseren IV basis-op-orde

1,1

Opleiding en innovatie (waarvan € 0,4 miljoen structureel)

0,6

Langer openhouden van vacatures (volledig structureel)

1,0

Subtotaal

5,3

Nieuwe opbrengsten


Aanpassing legesverordening

0,3

Subtotaal

0,3

Totaal aan kostenbesparingen

8,6


Opbrengsten

Aan de opbrengstenkant zijn het met name de belastingopbrengsten die met € 19,2 miljoen voor de toename zorgen. Hieraan ligt een aantal oorzaken ten grondslag.


nr

Omschrijving

Bedragen

1

Doorbelasting gevolgen inflatie, cao

 9,9

2

Groei areaal huishoudens en ingezetenen en ontwikkeling WOZ-waarde

 2,3

3

Verlaging energieopslag met € 2 per vervuilingseenheid door lagere energie-index

 -3,1

4

Reserveren voor grote investeringsopgaven de nieuwe De Groote Lucht en Europese Richtlijnen Stedelijk Afvalwater (structureel oplopend)

 1,4

5

Extra storting in egalisatiereserve AWZI Harnaschpolder om de hogere kosten in 2031-2033 volledig uit de reserve te kunnen dekken (structureel)

 3,3

6

Overige mutaties reserves

 0,4

7

Intensivering waterkwaliteit

 3,0

8

Overige opgaven (bijvoorbeeld ontwikkeling onderhoud beheer systeem)

 2,0


Totaal stijging belastingopbrengsten

19,2


Alle verschillen tussen 2023 en 2024 voor zowel de kosten als de opbrengsten lichten we in dit document toe.