Inleiding
De kaders voor het treasurybeleid van Delfland zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie (exclusief artikel 108 Waterschapswet), het Waterschapsbesluit en het Treasurystatuut Delfland 2020. In dit hoofdstuk gaan we in op de financieringsactiviteiten van Delfland in relatie tot bovengenoemde kaders.
Risicobeheer
Kasgeldlimiet
Voor waterschappen is de wettelijk vastgestelde kasgeldlimiet van kortlopende financiering (Wet fido) 23% van het begrotingstotaal van de kosten per 1 januari 2024. Voor 2024 betekent dit een kasgeldlimiet van € 71,6 miljoen (23% van € 311,3 miljoen).
Renterisiconorm
De renterisiconorm is wettelijk vastgesteld op 30% en bedraagt € 93,4 miljoen (30% van het begrotingstotaal van de kosten).
Op basis van de huidige leningenportefeuille bedragen in 2024 de aflossing en het leningenbedrag voor renteherziening in totaal € 39,8 miljoen. Daarmee blijft Delfland ruimschoots binnen de vastgestelde renterisiconorm.
Derivaten
Het geldende Treasurystatuut Delfland 2020 staat het afsluiten van derivatencontracten niet toe.
Kredietrisico op uitgezette gelden
Delfland loopt geen risico; het waterschap moet verplicht schatkistbankieren. Dus eventuele overtollige liquide middelen worden bij het Rijk uitgezet. Het risico is nihil.
Koersrisico
Delfland loopt geen risico. De in bezit zijnde aandelen zijn niet verhandelbaar op de beurs.
Valutarisico
Delfland loopt geen risico, omdat er niet wordt gehandeld en betaald in vreemde valuta.
Kasbeheer
Rekening-courant
Vanwege de lage rekening-courantrente maakt Delfland bij de huisbankier Nederlandse Waterschapsbank (NWB) in 2024 zo nodig maximaal gebruik van de toegestane kredietlimiet van € 71,6 miljoen.
Waterschap financiering
Totaal financiering
Delfland gaat voor het aantrekken van financiering uit van de totale vermogensbehoefte. We zorgen er daarbij voor dat we te allen tijde aan onze betaalverplichtingen kunnen voldoen.
Leningenportefeuille
Bank |
Bedrag |
Soort |
Jaar |
Jaar |
Rente |
2024
|
2025
|
2026
|
2027
|
2028 |
NWB |
20,0 |
Fixe |
2005 |
2024 |
3,87% |
0,8 |
- |
- |
- |
- |
NWB |
30,0 |
Fixe |
2005 |
2025 |
3,62% |
1,1 |
0,5 |
- |
- |
- |
NWB |
20,0 |
Fixe |
2005 |
2026 |
3,87% |
0,8 |
0,8 |
0,8 |
- |
- |
NWB |
30,0 |
Fixe |
2006 |
2031 |
4,05% |
1,2 |
1,2 |
1,2 |
1,2 |
1,2 |
NWB |
10,0 |
Fixe |
2007 |
2032 |
4,59% |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
NWB |
20,0 |
Fixe |
2007 |
2032 |
4,75% |
0,9 |
0,9 |
0,9 |
0,9 |
0,9 |
NWB |
10,0 |
Fixe |
2007 |
2032 |
4,82% |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
NWB |
10,0 |
Fixe |
2008 |
2033 |
4,78% |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
NWB |
10,0 |
Fixe |
2008 |
2033 |
4,74% |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
NWB |
30,0 |
Fixe |
2008 |
2033 |
4,88% |
1,5 |
1,5 |
1,5 |
1,5 |
1,5 |
NWB |
200,6 |
Fixe |
2009 |
2036 |
4,80% |
9,6 |
9,6 |
9,6 |
9,6 |
9,6 |
NWB |
10,0 |
Fixe |
2007 |
2037 |
4,81% |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
0,5 |
NWB |
50,0 |
Fixe |
2008 |
2039 |
2,66% |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
1,3 |
Subtotaal: |
450,6 |
|
|
|
4,34% |
19,6 |
18,2 |
17,7 |
17,0 |
17,0 |
NWB-PPS |
154,4 |
lineair |
2016 |
2031 |
4,96% |
7,2 |
6,2 |
5,3 |
4,3 |
4,3 |
Totaal: |
605,0 |
|
|
|
4,49% |
26,8 |
24,4 |
23,0 |
21,3 |
21,3 |
In totaal bedraagt de langlopende geldleningenportefeuille ultimo 2023 € 605,0 miljoen. Het gemiddelde rentepercentage van deze geldleningen is 4,49%.
De portefeuille bestaat uit leningen voor de herfinanciering van de PPS uit 2016 en leningen voor de eigen activa. De PPS-lening is per 1 januari 2024 € 154,4 miljoen groot en loopt nog acht jaar; hierop wordt elk jaar circa € 20 miljoen afgelost.
De overige leningen hebben per 1 januari 2024 een omvang van € 450,6 miljoen. De individuele leningen worden elk voor zich aan het eind van de looptijd ineens afgelost. Hierop is één uitzondering: de lening van € 200,6 miljoen die in 2036 afloopt, wordt in zeven termijnen afgelost (zes keer € 28,5 miljoen en een slottermijn van € 29,6 miljoen) met een ritme van 2028-2031 en 2034-2036.
In de periode 2024-2028 bedragen de aflossingen in totaal € 98,5 miljoen. De overige € 352 miljoen wordt afgelost in de periode 2029-2039.
Tot en met de begroting 2023 was vanwege de lage rente vervroegd aflossen van de huidige leningen zonder kosten niet mogelijk. Vervroegde aflossing betekent dat het verschil met nieuwe leningen als oversluitkosten moet worden betaald. Daardoor vervalt het voordeel van vroegtijdige herfinanciering.Aangezien in 2023 de marktrentes zijn gestegen, zullen we in 2024 de leningenportefeuille en de optie van vervroegd aflossen opnieuw tegen het licht houden. Dit zal worden gecombineerd met de financieringsbehoefte die gaat ontstaan door enerzijds de aflossing van bestaande leningen en anderzijds de op handen zijnde grote investeringsopgaven.
In 2024 gaan wij het Treasurystatuut herzien.
Liquiditeitsprognose en ontwikkeling schuldpositie
Op grond van de berekende cashflow, waarbij rekening is gehouden met het verwachte investeringsvolume, de afschrijvingen en het verwachte exploitatieresultaat, is er in 2024 en 2025 geen aanvullende financiering nodig. De schuldpositie van Delfland bestaat uit kortlopende gelden (rekening-courant en schatkist) en langlopende geldleningen, inclusief herfinanciering PPS. De totale schuldpositie per 1 januari 2024 bedraagt inclusief het voordelige saldo in de rekening-courant € 574,5 miljoen.
Netto schuldquote
Het verloop van de NSQ geven we hierna weer in zowel tabelvorm als grafiekvorm (van 2021 tot en met 2028). Het niveau in 2023 ligt onder de waarde van 250% die is opgenomen in het coalitieakkoord. Door de verhoogde belastingopbrengst door de energieopslag van € 19,5 miljoen (was € 22,6 miljoen in 2023) en door extra reservering voor grote investeringsopgaven daalt de NSQ verder tot 165% in 2026. Vanaf 2027 beginnen de uitgaven voor de vervanging van De Groote Lucht door te werken in de schuldpositie. Hierdoor wordt de neerwaartse trend onderbroken en gaat de NSQ oplopen.
Schuldpositie per 31 december |
Rekening 2021 |
Rekening 2022 |
Begroting 2023 |
Begroting 2024 |
Raming 2025 |
Raming 2026 |
Raming 2027 |
Raming 2028 |
Leningen PPS |
193,7 |
174,7 |
154,4 |
134,6 |
114,8 |
95,4 |
74,7 |
52,7 |
Overige leningen |
470,6 |
470,6 |
450,6 |
430,6 |
400,6 |
380,6 |
380,6 |
352,1 |
Rekening-courant |
-67,1 |
-90,1 |
-60,6 |
-32,6 |
15,2 |
42,9 |
146,4 |
264,0 |
Vlottende activa/passiva |
13,8 |
28,9 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
30,0 |
Totaal schuldpositie ................ |
611,0 |
582,1 |
574,5 |
562,6 |
560,7 |
548,8 |
631,7 |
698,8 |
Opbrengsten |
Rekening 2021 |
Rekening 2022 |
Begroting 2023 |
Begroting 2024 |
Raming 2025 |
Raming 2026 |
Raming 2027 |
Raming 2028 |
Netto-opbrengsten waterschapsbelastingen + GOAW |
253,1 |
251,9 |
284,8 |
306,0 |
318,9 |
332,3 |
346,3 |
357,9 |
Opbrengsten |
253,1 |
251,9 |
284,8 |
306,0 |
318,9 |
332,3 |
346,3 |
357,9 |
Netto schuldquote |
241% |
231% |
202% |
184% |
176% |
165% |
182% |
195% |
Nieuwe leningen vanaf 2025-2026
Uit het overzicht hiervoor kunnen we afleiden dat een deel van de schuldpositie vanaf 2025 bestaat uit een negatief rekening-courantpositie. De rekening-courantpositie is bedoeld voor kortlopende schulden. In de tabel is goed zichtbaar dat vanaf 2025-2026 nieuwe langlopende leningen moeten worden aangetrokken. De rente waartegen deze leningen kunnen worden aangetrokken, is op dit moment niet bekend. In de meerjarenraming 2025-2028 is uitgegaan van 3,5%.
Grafiek 1: Verloop netto schuldquote (2021-2028)