Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028 Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028

4.2 Financiering

Inleiding

De kaders voor het treasurybeleid van Delfland zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie (exclusief artikel 108 Waterschapswet), het Waterschapsbesluit en het Treasurystatuut Delfland 2020. In dit hoofdstuk gaan we in op de financieringsactiviteiten van Delfland in relatie tot bovengenoemde kaders.


Risicobeheer

Kasgeldlimiet

Voor waterschappen is de wettelijk vastgestelde kasgeldlimiet van kortlopende financiering (Wet fido) 23% van het begrotingstotaal van de kosten per 1 januari 2024. Voor 2024 betekent dit een kasgeldlimiet van € 71,6 miljoen (23% van € 311,3 miljoen).


Renterisiconorm

De renterisiconorm is wettelijk vastgesteld op 30% en bedraagt € 93,4 miljoen (30% van het begrotingstotaal van de kosten).

Op basis van de huidige leningenportefeuille bedragen in 2024 de aflossing en het leningenbedrag voor renteherziening in totaal € 39,8 miljoen. Daarmee blijft Delfland ruimschoots binnen de vastgestelde renterisiconorm.


Derivaten

Het geldende Treasurystatuut Delfland 2020 staat het afsluiten van derivatencontracten niet toe.


Kredietrisico op uitgezette gelden

Delfland loopt geen risico; het waterschap moet verplicht schatkistbankieren. Dus eventuele overtollige liquide middelen worden bij het Rijk uitgezet. Het risico is nihil.


Koersrisico

Delfland loopt geen risico. De in bezit zijnde aandelen zijn niet verhandelbaar op de beurs.


Valutarisico

Delfland loopt geen risico, omdat er niet wordt gehandeld en betaald in vreemde valuta.


Kasbeheer

Rekening-courant

Vanwege de lage rekening-courantrente maakt Delfland bij de huisbankier Nederlandse Waterschapsbank (NWB) in 2024 zo nodig maximaal gebruik van de toegestane kredietlimiet van € 71,6 miljoen.


Waterschap financiering

Totaal financiering

Delfland gaat voor het aantrekken van financiering uit van de totale vermogensbehoefte. We zorgen er daarbij voor dat we te allen tijde aan onze betaalverplichtingen kunnen voldoen.


Leningenportefeuille

Bank

Bedrag

Soort

Jaar

Jaar

Rente

2024
Rente

2025
Rente

2026
Rente

2027
Rente

2028
Rente

NWB

20,0

Fixe

2005

2024

3,87%

 0,8

 -

 -

 -

 -

NWB

30,0

Fixe

2005

2025

3,62%

 1,1

 0,5

 -

 -

 -

NWB

20,0

Fixe

2005

2026

3,87%

 0,8

 0,8

 0,8

 -

 -

NWB

30,0

Fixe

2006

2031

4,05%

 1,2

 1,2

 1,2

 1,2

 1,2

NWB

10,0

Fixe

2007

2032

4,59%

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

NWB

20,0

Fixe

2007

2032

4,75%

 0,9

 0,9

 0,9

 0,9

 0,9

NWB

10,0

Fixe

2007

2032

4,82%

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

NWB

10,0

Fixe

2008

2033

4,78%

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

NWB

10,0

Fixe

2008

2033

4,74%

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

NWB

30,0

Fixe

2008

2033

4,88%

 1,5

 1,5

 1,5

 1,5

 1,5

NWB

 200,6

Fixe

2009

2036

4,80%

 9,6

 9,6

 9,6

 9,6

 9,6

NWB

10,0

Fixe

2007

2037

4,81%

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

 0,5

NWB

50,0

Fixe

2008

2039

2,66%

 1,3

 1,3

 1,3

 1,3

 1,3

Subtotaal:

 450,6

4,34%

 19,6

 18,2

 17,7

 17,0

 17,0

NWB-PPS

 154,4

lineair

2016

2031

4,96%

 7,2

 6,2

 5,3

 4,3

 4,3

Totaal:

 605,0

4,49%

 26,8

 24,4

 23,0

 21,3

 21,3


In totaal bedraagt de langlopende geldleningenportefeuille ultimo 2023 € 605,0 miljoen. Het gemiddelde rentepercentage van deze geldleningen is 4,49%.

De portefeuille bestaat uit leningen voor de herfinanciering van de PPS uit 2016 en leningen voor de eigen activa. De PPS-lening is per 1 januari 2024 € 154,4 miljoen groot en loopt nog acht jaar; hierop wordt elk jaar circa € 20 miljoen afgelost.

De overige leningen hebben per 1 januari 2024 een omvang van € 450,6 miljoen. De individuele leningen worden elk voor zich aan het eind van de looptijd ineens afgelost. Hierop is één uitzondering: de lening van € 200,6 miljoen die in 2036 afloopt, wordt in zeven termijnen afgelost (zes keer € 28,5 miljoen en een slottermijn van € 29,6 miljoen) met een ritme van 2028-2031 en 2034-2036.

In de periode 2024-2028 bedragen de aflossingen in totaal € 98,5 miljoen. De overige € 352 miljoen wordt afgelost in de periode 2029-2039.


Tot en met de begroting 2023 was vanwege de lage rente vervroegd aflossen van de huidige leningen zonder kosten niet mogelijk. Vervroegde aflossing betekent dat het verschil met nieuwe leningen als oversluitkosten moet worden betaald. Daardoor vervalt het voordeel van vroegtijdige herfinanciering.Aangezien in 2023 de marktrentes zijn gestegen, zullen we in 2024 de leningenportefeuille en de optie van vervroegd aflossen opnieuw tegen het licht houden. Dit zal worden gecombineerd met de financieringsbehoefte die gaat ontstaan door enerzijds de aflossing van bestaande leningen en anderzijds de op handen zijnde grote investeringsopgaven.

In 2024 gaan wij het Treasurystatuut herzien.


Liquiditeitsprognose en ontwikkeling schuldpositie

Op grond van de berekende cashflow, waarbij rekening is gehouden met het verwachte investeringsvolume, de afschrijvingen en het verwachte exploitatieresultaat, is er in 2024 en 2025 geen aanvullende financiering nodig. De schuldpositie van Delfland bestaat uit kortlopende gelden (rekening-courant en schatkist) en langlopende geldleningen, inclusief herfinanciering PPS. De totale schuldpositie per 1 januari 2024 bedraagt inclusief het voordelige saldo in de rekening-courant € 574,5 miljoen.


Netto schuldquote

Het verloop van de NSQ geven we hierna weer in zowel tabelvorm als grafiekvorm (van 2021 tot en met 2028). Het niveau in 2023 ligt onder de waarde van 250% die is opgenomen in het coalitieakkoord. Door de verhoogde belastingopbrengst door de energieopslag van € 19,5 miljoen (was € 22,6 miljoen in 2023) en door extra reservering voor grote investeringsopgaven daalt de NSQ verder tot 165% in 2026. Vanaf 2027 beginnen de uitgaven voor de vervanging van De Groote Lucht door te werken in de schuldpositie. Hierdoor wordt de neerwaartse trend onderbroken en gaat de NSQ oplopen.


Schuldpositie per 31 december

Rekening 2021

Rekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Raming 2025

Raming 2026

Raming 2027

Raming 2028

Leningen PPS

193,7

174,7

154,4

134,6

114,8

95,4

74,7

52,7

Overige leningen

470,6

470,6

450,6

430,6

400,6

380,6

380,6

352,1

Rekening-courant

-67,1

-90,1

-60,6

-32,6

15,2

42,9

146,4

264,0

Vlottende activa/passiva

13,8

28,9

30,0

30,0

30,0

30,0

30,0

30,0

Totaal schuldpositie ................

611,0

582,1

574,5

562,6

560,7

548,8

631,7

698,8


Opbrengsten

Rekening 2021

Rekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Raming 2025

Raming 2026

Raming 2027

Raming 2028

Netto-opbrengsten waterschapsbelastingen + GOAW

253,1

251,9

284,8

306,0

318,9

332,3

346,3

357,9

Opbrengsten

253,1

251,9

284,8

306,0

318,9

332,3

346,3

357,9

Netto schuldquote

241%

231%

202%

184%

176%

165%

182%

195%


Nieuwe leningen vanaf 2025-2026

Uit het overzicht hiervoor kunnen we afleiden dat een deel van de schuldpositie vanaf 2025 bestaat uit een negatief rekening-courantpositie. De rekening-courantpositie is bedoeld voor kortlopende schulden. In de tabel is goed zichtbaar dat vanaf 2025-2026 nieuwe langlopende leningen moeten worden aangetrokken. De rente waartegen deze leningen kunnen worden aangetrokken, is op dit moment niet bekend. In de meerjarenraming 2025-2028 is uitgegaan van 3,5%.


Grafiek 1: Verloop netto schuldquote (2021-2028)