Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028 Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028

1.2 Uitgangspunten, normen en kostentoedeling

De begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028 zijn gebaseerd op het coalitieakkoord 2023-2027 ‘Water voor Mens en Natuur’, het Waterbeheerprogramma 2022-2027, de begroting 2023 en meerjarenraming 2024-2027 en de structurele mutaties uit de bestuursrapportage (Burap) 2023. Vanwege de verkiezingen is voor 2024 geen kadernota opgesteld.


Door de extreem gestegen kosten legden we in 2023 op de zuiveringsheffing een energieopslag van € 15 per vervuilingseenheid (ve). Hierbij is toegezegd dat als de energiekosten weer dalen de energieopslag wordt aangepast in de volgende begroting. Voor zowel 2023 als 2024 is de verwachting dat de indexering van de dienstverleningsvergoeding PPS (publiek-private samenwerking) lager uitkomt. Voor 2023 levert de lagere index € 3,1 miljoen lagere kosten op. Bij de vaststelling van de Burap 2023 besloot de verenigde vergadering (VV) om deze lastenverlaging in de tariefdempingreserve zuiveringsbeheer te storten. Door deze reserve te gebruiken om de heffing te dempen, vloeien de te veel opgehaalde belastingen terug naar de belastingbetaler. Voor 2024 blijft de index gelijk en worden de € 3,1 miljoen lagere kosten verdisconteerd in de energieopslag waardoor deze daalt van € 15 per ve naar € 13 per ve


Voor de lastenprofielen zijn in de begroting 2024 en de meerjarenraming 2025-2028 de beschikbare tariefdempingsreserves voor de twee taken ingezet. Na 2028 zijn deze twee reserves leeg. De heffingen laten een stijging zien. Deze wordt veroorzaakt door de eindigheid van de beschikbare reserves voor tariefdemping en een jaarlijks oplopend prijsniveau.


Voor het opstellen van de begroting 2024 en de hierop aansluitende meerjarenraming tot en met 2028 hanteren wij de volgende onderstaande uitgangspunten en normen.


Kostenverdeling

De in 2022 vastgestelde nota Systematiek Kostenverdeling vormt de basis voor de begroting 2024 voor wat betreft de toerekening van kosten aan de twee wettelijke taken.

Kostentoedeling

Voor de toerekening van de kosten voor de watersysteemtaak aan de verschillende categorieën belastingplichtigen wordt de verdeling conform de door de VV vastgestelde kostentoedelingsverordening watersysteemheffing Delfland 2022 gehanteerd.

Inflatie

Er is uitgegaan van een indexering van de kosten van 3,3% in 2024, 2,5% in 2025 en 2% voor de jaren daarna. Deze percentages zijn gebaseerd op de consumentenprijsindex (CPI) zoals in juni 2023 afgegeven.

Het gewogen gemiddelde van de inflatie en cao-ontwikkeling wordt ook toegepast op de belastingheffingen 2025-2028.

Loonkosten

In de begroting 2024 is uitgegaan van een loonkostenontwikkeling van 4% ten opzichte van 2023. Voor 2025 is gerekend met 2,5% en 2% voor de jaren daarna.

Onvoorzien

In de meerjarenraming is € 0,1 miljoen voor onvoorziene kosten (wettelijk onvoorzien) opgenomen.

Groei heffingseenheden

Voor de groei van het areaal aan ingezetenen, huishoudens en gebouwd wordt uitgegaan van ca. 1%. Eenzelfde groeipercentage wordt gebruikt voor de woningen binnen de zuiveringsheffing.  De overige heffingseenheden blijven constant.

In de berekening van de belastingtarieven is het percentage kwijtschelding en oninbaar gehanteerd zoals dat gemiddeld tot en met 2022 is gerealiseerd.

Belastingtarieven

De belastingtarieven stijgen in 2024 met ongeveer 7%.

Vergelijkende begrotingscijfers

In de tabellen staan ter vergelijking de realisatie jaarrekening 2022 en de bijgestelde begroting 2023 (primaire begroting inclusief de begrotingswijzigingen uit de Burap 2023). De toelichting wordt gegeven op verschillen tussen de begroting 2024 en de bijgestelde begroting 2023. In de kop van de tabellen staat Begroting 2023.

Leningenportefeuille

Op nieuwe (vanaf 2024) af te sluiten leningen gaat jaarlijks worden afgelost.

Uurtarieven 2024

Voor externe subsidieaanvragen en levering van diensten aan derden gelden in 2024 de uurtarieven in de volgende tabel:



Component/schaal (in €)

5

6

7

8

9

10

11

12

13

Loonkosten inclusief overhead

 75

78

82

88

95

103

103

122

134