Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028 Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028

1.1 Ambities en ontwikkelingen

De ambities en doelstellingen in de begroting 2024 liggen in lijn met de schets, zoals wij die geven in ons coalitieakkoord. Wij beschrijven de ambities en doelstellingen hierna. Daarbij is een aantal externe ontwikkelingen van invloed hierop.


Waterkwaliteit

Het coalitieakkoord 2023-2027 legt meer nadruk op waterkwaliteit. De Kaderrichtlijn Water (KRW) beschrijft de doelen die we in 2027 gerealiseerd moeten hebben. Daarom nemen we extra maatregelen. Temeer omdat de KRW niet het enige is wat wij voor ogen hebben: Delfland is intrinsiek gemotiveerd om sowieso maximaal bij te dragen aan een goede waterkwaliteit en waternatuur in ons gebied, ook buiten de zogenaamde KRW-waterlichamen. We richten ons hierbij op het terugdringen van emissies, versterking van de ecologie en waternatuur en de beïnvloeding van partners om ons heen die ook een belangrijke rol hebben in de verbetering van de waterkwaliteit.


We pleiten voor een strenger toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen. We stimuleren goed gedrag en leggen zwaardere straffen op bij slecht gedrag. Bij de aanpassing en actualisatie van onze beleidsregels en handelingskaders voor vergunningverlening geven we voorrang aan de verbetering van het instrumentarium om de waterkwaliteit te borgen en waar mogelijk te verbeteren. We werken hierbij intensief samen met partners die in ons gebied medeverantwoordelijk zijn. Onze toezicht- en handhavingsactiviteiten volgen een risicogestuurde aanpak.


Ook stimuleren we de kringlooplandbouw en zetten we in op vermindering van emissies uit rioleringsstelsels. We continueren de uitvoering van de strategie microverontreinigingen en dringen aan op een integrale rijksaanpak van Zeer Zorgwekkende Stoffen, zoals PFAS. We onderhouden ons watersysteem zo goed mogelijk, zodat dit optimaal bijdraagt aan de ontwikkeling en instandhouding van de ecologie en de versterking van de biodiversiteit. We onderhouden de aangelegde waternatuur en passen ecologisch baggeren toe gekoppeld aan de huidige baggercyclus. Ook zetten we in op een intensievere aanpak van de Amerikaanse rivierkreeften en meer waterbewustzijn rond waterkwaliteit.


Klimaatverandering

De omvang en het tempo van klimaatverandering wordt steeds duidelijker. Deze klimaatverandering gaat sneller dan gedacht. Als we de regio willen blijven ontwikkelen en tegelijkertijd leefbaar en gezond willen houden, moeten we de bestaande omgeving aanpassen, toekomstbestendige functie- en locatiekeuzes maken en klimaatbestendig bouwen. Dat zijn allemaal zaken die Delfland niet alleen voor het zeggen heeft. Wel kunnen wij vol inzetten op samenwerking met anderen. Ook kunnen we zoveel mogelijk aan de voorkant van ontwikkelingen heldere kaders meegeven vanuit het perspectief van het waterbeheer. Intensieve samenwerking is, kortom, cruciaal. We verleggen in 2024 daarom de focus van vergroting van het bewustzijn bij het brede publiek naar intensievere samenwerking met mede-overheden en andere maatschappelijke partners. We richten ons daarbij zowel op beperking van klimaatverandering (mitigatie) als op aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie).


We houden vast aan de eerder vastgestelde doelen: energieneutraal in 2025 en voor klimaatneutraal streven we naar 2035. Dit is een bijstelling van de eerdere doelstelling (2050), die we met alle waterschappen gezamenlijk voor elkaar proberen te krijgen. Met het uitvoeringsprogramma Energieneutraal zetten we in op de realisatie van duurzame energiebronnen, zoals zonne- en windenergie. Ook blijven we kansen voor energiebesparing in onze processen verkennen en verzilveren. Om klimaatneutraliteit te bereiken, voeren we de benodigde maatregelen uit om uiterlijk in 2025 niveau 4 van de CO2-prestatieladder te behalen.


We implementeren de langetermijnstrategie wateroverlast ‘Wapenen tegen extreme neerslag’, die in februari 2023 is vastgesteld. Ook werken we de strategie ‘Toekomstbestendige zoetwatervoorziening Delfland 2050’ nader uit. Daarbij richten we ons op het behoud en de versterking van de zoetwateraanvoermogelijkheden, beperking van de watervraag en het meer circulair maken van de watervoorziening. We gebruiken de nieuwe KNMI-klimaatscenario’s van oktober 2023 in onze strategieën, beleid en instrumenten.


Natuurlijk evenwicht

De benodigde integrale aanpak om voor de langere termijn voldoende en schoon water te hebben, streeft naar een natuurlijk evenwicht tussen onze wateropgave en het grotere natuursysteem waarvan die deel uitmaakt. We werken vanuit het waterbelang mee aan de gebiedsprocessen die in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) worden gemaakt. Aanvankelijk richtte het NPLG zich vooral op natuurherstel (stikstof), waterkwaliteit en klimaat (broeikasgassen), maar inmiddels worden meer opgaven aan deze programmatische aanpak gekoppeld. Voor Delfland gaat het onder meer om het in kaart brengen van grondwateronttrekkingen en bodemdaling.


Met instrumenten als de watervisie, de watertoets en waterplannen zorgen wij ervoor, dat Delfland vroegtijdig betrokken is bij kansen in de fysieke leefomgeving om deze te combineren met de realisatie van de eigen opgave. Deze eigen opgave richt zich op een robuust en klimaatbestendig watersysteem dat we zodanig inrichten, dat mensen in het beheergebied ook in de toekomst goed kunnen wonen, werken en recreëren.


Water en bodem sturend

Om de positie van Delfland in ruimtelijke processen verder te versterken, maken we gebruik van het momentum dat voortkomt uit de beleidsbrief van het Rijk over ‘Water en bodem sturend’. Daarbij hebben we oog voor alle belangrijke stakeholders. De richtinggevende keuzes uit de beleidsbrief vertalen we door naar eventuele aanpassingen in ons beleid en instrumentarium. Bovenal zetten we in op versterking van de externe samenwerking om onze doelen te realiseren.


Concreet geven we – om voortgang te boeken – prioriteit aan het doorvoeren van relevante beleidswijzigingen. We leggen daarbij de focus op de thema’s wateroverlast en droogte. Ook geven we verder vorm aan gebiedsgericht en integraal werken voor ruimtelijke processen, zoals het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) en de ruimtelijke puzzel voor het programma NOVEX (Nationale Omgevingsvisie Extra). Ook zetten we de samenwerking op het gebied van water en bodem sturend met gemeenten voort.

Daarnaast zetten we samen met de andere Zuid-Hollandse waterschappen in op beïnvloeding van het omgevingsbeleid van de provincie Zuid-Holland. Tot slot volgen en beïnvloeden we ontwikkelingen op landelijk niveau via de Unie van Waterschappen.


Waterketen

Ons hoofddoel voor de waterketen blijft een doelmatig en toekomstbestendig transport en zuiveringsproces van afvalwater. We geven hieraan ook in 2024 uitwerking door onze installaties effectief en efficiënt te bedienen en te beheren en door risicogestuurd onderhoud uit te voeren. Daarnaast gaan we door met de maatregelen om de waterketen energie- en klimaatneutraal te maken, zoals het produceren van groen gas.


Tegelijkertijd geven we uitvoering aan de ‘Strategie Transitie Waterketen 2050’. We maken een impactanalyse van de voorgestelde herziening Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater en we werken uit of en hoe effluent een bron van zoet water kan zijn. We doen dit voor al onze bestaande zuiveringen en voor het ontwerp van de nieuwe De Groote Lucht (afvalwaterzuiveringsinstallatie).


Voor de nieuwe De Groote Lucht zetten we in 2024 de voorbereidingen voort. Op basis van de stappen die in 2023 zijn gezet, gaan we een voorstel maken voor de scope van de nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI). Vooralsnog is een raming van de investeringen op basis van de laatste inzichten meegenomen in de meerjarenraming. We gaan er van uit dat de nieuwe De Groote Lucht in 2030 operationeel kan zijn.


Waterveiligheid

Voor veilige en toekomstbestendige waterkeringen werken we in 2024 verder aan het op orde brengen van de regionale keringen. We doen dit risicogestuurd. We ronden de toetsing van de regionale keringen af, zodat we actueel in beeld krijgen welke keringen aan de norm voldoen en welke nog niet. Voor het op orde brengen van een van onze primaire keringen, de Delflandsedijk, voeren we de afspraken uit die we maakten binnen de kaders van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en met Rijkswaterstaat.


Personeel en organisatie

Om bestaande en nieuwe uitdagingen te kunnen aanpakken, heeft Delfland medewerkers nodig met de juiste competenties en vaardigheden. De krapte op de arbeidsmarkt maakt dat de invulling van vacatures een grotere inzet vraagt. We richten ons in 2024 op de ontwikkeling en inzet van verschillende arbeidsmarktinstrumenten, zoals doorlopende werving, arbeidsmarktcommunicatie en campusrecruitment. Ons diversiteitsbeleid blijft hierbij een belangrijke leidraad. Daarnaast kiezen we steeds vaker voor ‘learning on the job’, waarbij we moderne leermiddelen inzetten om nieuw personeel gaandeweg in het vak te laten groeien.


Cyberveiligheid, digitalisering en innovatie

Door de verdergaande digitalisering blijft cyberveiligheid een relevant en steeds kritischer onderwerp vanwege de groeiende cyberrisico’s, mede versterkt door de geopolitieke situatie. De focus van cybercriminelen is steeds vaker gericht op organisaties en onderdelen van de kritische infrastructuur, waaronder de watersector. Daarbij is het bovendien belangrijk dat wij voldoen aan relevante wet- en regelgeving, zoals de Baseline informatiebeveiliging overheid (BIO), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), NIS2-richtlijn (EU-brede wetgeving inzake cyberbeveiliging) en de Wet open overheid (WOO). Ook zijn specifieke kaders van belang voor de beveiliging van de procesautomatisering en de privacyaspecten als onderdeel van de Wet politiegegevens (Wpg).


De maatregelen die wij in 2024 nemen om onze ICT-infrastructuur en onze informatievoorzieningsprocessen op orde te houden zullen mede voortkomen uit de waterschapsbrede BIO/AVG-audit. Deze vindt eind 2023 plaats.


Tegelijkertijd houden we vast aan de wens om continu te leren en te verbeteren door te innoveren. We blijven samen met partners als Greenport West-Holland, Stowa en Het Waterschapshuis op zoek naar kansen om nieuwe vaardigheden en technieken te integreren in onze werkprocessen.


Financiële ruimte

Voor een betaalbaar en volhoudbaar financieel beleid beperken we de stijging van de uitgaven zoveel mogelijk. Maar hoewel de inflatie minder is gestegen dan verwacht, heeft deze ook voor 2024 gevolgen. Daarnaast vragen onze ambities op het gebied van de waterkwaliteit en onze voorbereidingen voor de nieuwe De Groote Lucht nu om extra financiële ruimte. Voor de toekomst moeten we rekening houden met de extra investeringen voor de bouw van de nieuwe De Groote Lucht en de implementatie van de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater.


We dekken de extra uitgaven 2024 voor een deel door ombuigingen of efficiency binnen de bestaande financiële ruimte. Dit betekent bijvoorbeeld dat we bestaande activiteiten meer inzetten voor waterkwaliteit of dat we beheer en onderhoud meer risicogestuurd gaan inrichten. Ook maakten we een aantal dekkingskeuzes om de kosten te drukken. Bijvoorbeeld door activiteiten in de IV-keten (informatievoorziening) te temporiseren. Voor het resterende deel van de extra uitgaven stijgen onze heffingen in 2024 met een gemiddeld percentage van circa 7%. Voor de zuivering is dit inclusief een stijging van 3% in verband met de reserveringen voor de toekomstige investeringen die hiervoor genoemd zijn. In het watersysteem is de stijging inclusief 3% in verband met een storting van € 0,4 miljoen in de tariefegalisatiereserve watersysteem ten behoeve van de waterkwaliteit (0,5%), een extra storting in de reserve kapitaallasten investeringen (0,5%) en door minder inzet van de reserve tariefdemping voor een bedrag van € 2,5 miljoen in 2023 (2%). Verderop in deze begroting maken we inzichtelijk wat hiervan de gevolgen zijn voor de lasten voor onze inwoners en bedrijven. Voor de daaropvolgende jaren streven we naar een gelijkmatige lastenontwikkeling.


Inwoners en bedrijven

Al onze inwoners, instellingen en bedrijven merken de gevolgen van de huidige financiële situatie. Dit kan doorwerken op de inning van onze heffingen. Het lijkt op dit moment nog niet nodig voor deze onzekerheid aanvullende beheersmaatregelen te treffen. We volgen samen met de Regionale Belasting Groep op de voet hoe de betalingen verlopen en zullen we waar nodig betalingsafspraken maken.