Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028 Begroting 2024 en meerjarenraming 2025-2028

3.4.5 Exploitatie Waterketen en circulariteit

Waterketen en circulariteit

(bedragen * € 1.000)

Rekening 2022

Begroting 2023

Begroting 2024

Raming 2025

Raming 2026

Raming 2027

Raming 2028

Waterketen

99.589

119.710

123.486

125.437

127.313

131.098

136.037

Transitie waterketen

561

635

652

652

649

649

649

Energie- en klimaatneutraal

392

277

191

287

1.733

1.683

1.632

Circulaire economie

639

578

1.065

1.072

1.092

1.092

1.112

Totaal

101.181

121.199

125.395

127.448

130.787

134.522

139.429


Het exploitatiesaldo van het programma stijgt in 2024 ten opzichte van 2023 met € 4,2 miljoen door per saldo hogere kosten.


Programmalijn waterketen (hogere kosten van € 10,5 miljoen, lagere kosten van € 5,3 miljoen, hogere opbrengsten van € 1,4 miljoen)


Het gestegen prijsniveau zorgt voor hogere kosten voor met name energie en chemicaliën.

2,2

Het gestegen prijsniveau zorgt voor hogere kosten voor klein en groot onderhoud aan onze zuiveringen, rioolgemalen en het afvalwatertransportstelsel.

2,5

De kosten voor het door derden zuiveren van het grensoverschrijdend afvalwater regio Zuid zijn toegenomen als gevolg van het gestegen aantal vervuilingseenheden (ve’s) en de heffing

0,6

De service fee die wij betalen aan Delfluent stijgt. De stijging komt (a) door een vaste jaarlijkse stijging en (b) door gemiddeld genomen hoger verwachte indices per januari 2024 dan afgelopen jaar.

Ook hebben we een post opgenomen voor de arbitragekosten voor het dispuut met Delfluent over de hoogte van de service fee. Wij hebben in de begroting geen rekening gehouden met de uitkomsten van het arbitragetraject.

2,2

Extra inzet ter bevordering van kwaliteit, arbeid, milieu en beheersing.

0,1

Extra kosten voor het updaten en vernieuwen van de procesautomatisering in de waterketen.

0,2

In 2024 is een levensduuranalyse gepland van de AWZI’ s Harnaschpolder, Houtrust en het transportstelsel Noord.

0,4

Extra kosten voor het amoveren van slibgistingstanks op AWZI Nieuwe Waterweg. Deze worden veroorzaakt door het onderzoek naar asbest en de verwijdering daarvan.

0,7

Een toename van personele kosten door de groei van de organisatie en door de cao-stijging van 4%. Ook nemen de kosten van inhuur personeel van derden toe.

1,1

De kapitaallasten nemen toe (zie paragraaf 6.1 voor toelichting).

0,5

Subtotaal hogere kosten

10,5



Door jaarlijks af te lossen op de PPS-lening nemen de rentelasten af.

-1,0

De productiekosten voor groengas nemen af. De energieprijzen zijn de laatste twee jaar zeer lastig te voorspellen. In de begroting is daarom uitgegaan van de laatst bekende marktprijzen in 2023 en die zijn lager dan een jaar eerder.

-2,4

Omdat we verwachten geen winst te maken op de productie van groengas neemt de af te dragen vennootschapsbelasting ook af.

-0,9

Voor de gehele programmalijn zijn dekkingskeuzes in de vorm van een incidentele taakstelling ingebracht.

-1,0

Subtotaal lagere kosten

-5,3



De opbrengsten uit de verkopen van groengas nemen toe. Wij hebben de verkoopprijzen van de certificaten voor duurzaam geproduceerde energie op een gunstiger moment vastgezet dan in 2023 (€ 1,1 miljoen). Ook verwachten we dat de verkoopprijzen van groengas toenemen (€ 0,3 miljoen).

-1,4

Subtotaal hogere opbrengsten

-1,4



Totaal

3,8


Programmalijn transitie waterketen

Het exploitatiesaldo blijft nagenoeg ongewijzigd.

Programmalijn energie- en klimaatneutraal

Het exploitatiesaldo daalt per saldo met € 0,1 miljoen door lagere personele lasten van € 0,2 miljoen en hogere kapitaallasten (rente) van € 0,1 miljoen.

Programmalijn circulaire economie

De personele lasten stijgen met € 0,5 miljoen als gevolg van de intensivering van beleid, sturing en beheer van de circulaire economie bij de projecten.