Jaarstukken 2022 vastgesteld 1-6-2023 door Verenigde Vergadering

3.2.1 Programmalijn Waterkwaliteit

Doel

Schoon, gezond en levend water. De waterkwaliteit in het beheergebied is schoon, gezond en levend voor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. De ecologische en chemische waterkwaliteit van Delfland voldoet in 2027 aan de doelen uit de KRW en we werken aan de verdere verbetering van de waterkwaliteit in overig water. Samen met onze gebiedspartners nemen we hiervoor de benodigde maatregelen. We zorgen daarnaast voor adequaat onderhoud, beleid en vergunningverlening en handhaving.

Prestatie-indiatoren

* Deze benaming is in de begroting voor 2023 aangepast na vaststelling van SGBP3 in: Boezem Westland/Midden Delfland & Boezem Haaglanden/Schie. De meetpunten om de PI te bepalen zijn ongewijzigd t.o.v. de begroting voor 2022, net zoals de jaarlijkse streefwaarden.
**Let op: de prestatie-indicator voor de ecologie is gebaseerd op het aantal verbeterstappen dat nodig is om de ecologie op orde te krijgen. Op basis van de prognose uit het ontwerp-KRW programma werd uitgegaan van 84 benodigde verbeterstappen. Deze prognose is inmiddels bijgesteld, waarbij het effect van de doelaanpassing voor SGBP3 is verwerkt. Op basis hiervan zijn 38 verbeterstappen nodig tot en met 2027. Dat betekent iets meer dan 6 verbeterstappen per jaar in plaats van 14.

1) KRW schrijft voor dat de normen voor waterkwaliteit in 2027 zijn gehaald. De PI voor stikstof gaat vooralsnog uit van een constante, gelijkmatige daling naar de resultaatverplichte concentratie in 2027, te weten 1,8 mg/l voor de Oostboezem (toekomstige boezem Schie en Haaglanden) en 2,0 mg/l voor de overige waterlichamen (concept-doelen SGBP3).

2) De Ecologische Sleutelfactoren (ESF) representeren de belangrijkste voorwaarden die nodig zijn voor een gezonde waternatuur. We streven ernaar dat in 2027 alle KRW-waterlichamen zo zijn ingericht dat de ecologie zich optimaal kan ontwikkelen, zodat Delfland de KRW-doelstellingen in 2027 (de SGBP3-periode) haalt. Voor alle 8 ESF’s zijn tot en met 2027 84 verbeterstappen nodig. Uitgegaan wordt van een constante, gelijkmatige verbetering, die is opgebouwd uit een sterke emissiereductie in de eerste jaren, en met name een verbetering van de ecologie in de laatste periode tot en met 2027. Het startpunt van de PI is gebaseerd op de prognose in het Ontwerp KRW-programma Delfland 2022-2027, zie bijlage B2. Deze prognose wordt in 2022 (zo nodig) bijgesteld op basis van de werkelijke toestand van de ESF’s in 2021.

3) De prestatie-indicator is gericht op gewasbeschermingsmiddelen in het glastuinbouw-areaal, die de belangrijkste bron van toxische druk zijn in het oppervlaktewater in het beheergebied van Delfland. De toxische druk is bepaald met de landelijke gehanteerde methodiek van STOWA, conform de informatieve brief aan de VV van 8 december 2020. Het gaat hierbij om het opgetelde effect van meerdere stoffen. Het startpunt van deze PI is gebaseerd op de berekende waarde uit 2019, namelijk circa 90%.

Zwemwater

In 2022 is de prestatie-indicator niet gehaald. Op zeven van de twaalf zwemlocaties gold meer dan 3 weken een negatief zwemadvies vanwege blauwalg. Dit geldt voor Plas Prinsenbos (4 weken), Plassen Madestein-noordzijde (13,3 weken), Plassen Madestein-zuidzijde (13,3 weken), Krabbeplas-oostzijde (12 weken), Delftse Hout (4 weken en 6 weken), Dobbeplas (2 weken en 4,3 weken) en Plas Wilhelminapark (8,4 weken).

Wat hebben we gedaan aan activiteiten

Emissiereductie
De samenwerking met gebiedspartners in de Emissieloze Kas is voortgezet en verlengd tot 2027. Het gezamenlijke actieplan is in uitvoering. In 2022 hebben we met de Gebiedsgerichte Aanpak Glastuinbouw in totaal 177 individuele bedrijven intensief gecontroleerd in Boezemgebied 3 (Prinsenbos), de Vliet- en Lierpolder en de Oude Polder van Pijnacker. Na de inzet van handhaving zijn alle bedrijven in 2022 in orde bevonden en zullen ze zich de komende twee jaar in de nazorgfase van het project bevinden. Hiermee wordt na negen jaar het project ‘Gebiedsgerichte Aanpak Glastuinbouw’ afgerond. Als vervolg hierop is de nieuwe Risicogestuurde Aanpak 2.0 voorbereid. Hiermee starten we in 2023. Samen met het afgeronde juridische onderzoek naar de mogelijkheden voor strenger handhaven en straffen én de vier nieuwe eDNA-markers die zijn ontwikkeld voor de opsporing van overschrijdingen, hebben we invulling gegeven aan interventies voor het beperken van emissies uit de glastuinbouw. Met de gemeente Westland is een Taskforce Waterkwaliteit Westland opgericht, waarin wordt samengewerkt op het gebied van indirecte lozingen en toezicht op de riolering. Tevens zijn afspraken gemaakt met de glastuinbouwsector over samenwerking bij de opsporing van grote overschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen. In 2022 hebben we één zo’n grote overschrijding geconstateerd, de oorzaak daarvan opgespoord en bestuursrechtelijk opgetreden naar de overtreder. Ook bij de jaarlijkse controles rondom de teeltwissel is diverse keren handhavend opgetreden.

De subsidieregeling voor kringlooplandbouw van de gemeente Midden-Delfland en Delfland is in 2022 voortgezet. Tevens is bijgedragen aan de cofinanciering van agrarisch natuur- en landschapsbeheer van de provincie Zuid-Holland. Ook is een verkenning uitgevoerd naar boeren voor natuur. Met betrokken boeren zijn de resultaten van de watersysteemanalyses van 2020/2021 besproken en gedeeld. De boeren hebben aangegeven zich meer op de ecologie van de boerensloten te willen richten.

In het kader van het Netwerk Waterketen Delfland hebben we samen met de gemeenten aandacht voor het terugdringen van overstorten door de ombouw van verbeterd gescheiden stelsels en afkoppelen.

We werken aan fase 1 van de strategie Microverontreinigingen. Dit betekent grip krijgen op de effecten van microverontreinigingen. Er is onderzoek uitgevoerd naar het ontstaan van microplastics en een aantal hotspots voor macroplastics binnen Delfland. Daarnaast is aandacht besteed aan bewustzijn met behulp van ‘citizen science’ voor micro- en macroplastics en bij huisartsen en apotheken voor het effect van medicijnresten op het watersysteem. Er zijn ook diverse meetplannen uitgevoerd als input voor de te ontwikkelen bronaanpak als voorbereiding op de fase 2 van ‘Delfland schoner’.

Via de Unie van Waterschappen (UvW) vragen we met andere waterschappen aandacht voor opkomende en zeer zorgwekkende stoffen, medicijnresten en microplastics en we hebben in 2022 onderzocht, en zullen in 2023 verder onderzoeken, hoe we de beschikbare wet- en regelgeving zo goed mogelijk kunnen toepassen.

Ecologische optimalisatie en inrichting
Om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren, hebben we het netwerk van NEZ’s verder ontwikkeld. Waar mogelijk maaien we ecologisch volgens de Ecokleurenkoers. In de gemeente Lansingerland hebben we andere onderhoudsplichtigen de mogelijkheid gegeven om ecologisch te maaien. Voor de gemeente Westland is dit voorbereid, maar nog niet geïmplementeerd. Middels een pilot in Delft-Tanthof ontwikkelen we een methode voor ecologisch baggeren, in eerste instantie gericht op dieper baggeren, om ondergedoken waterplanten beter te ontwikkelen.

Er is in totaal circa 2,4 ha aan natte ecologische zones aangelegd in de vorm van natuurvriendelijke oevers en drijfbladzones bij de Rotterdamse Schie, het Oude Spui en Dijckerwael. Bij de Lierwatering hebben we grootschalig ondergedoken waterplanten aangeplant. De planvorming van de aanleg van NEZ aan de Galgeweg, Pouwelslaan, Madestein-Noordoost en Madestein-Zuidwest is afgerond en deze zijn klaar voor uitvoering in 2023. De mitigerende maatregelen voor de NEZ aan de Dijckerwael en Woudse Polder zijn voorbereid om in 2023 uit te voeren. Daarnaast continueerden we in de Woudse Polder onderzoek naar de meest efficiënte oeverbescherming tegen zo laag mogelijke kosten. Dit zetten we in 2023 voort. Voor de ontwikkeling van ondergedoken waterplanten is een strategisch plan opgesteld en in 2022 zijn we gestart met de uitvoering daarvan. We voeren dit in 2023 verder uit.

Tegelijk met groot onderhoud zijn vispassages gerealiseerd bij de Wateringse Sluis en gemaal Noord-Kethelpolder. De vispassage bij gemaal Dijkpolder is in uitvoering en verwachten we in 2023 op te leveren. We hebben onderzoek uitgevoerd in het kader van de innovatieve Vislift Up bij de Voordijkshoornsepolder en naar het aanbod van glasaal bij vismigratieknooppunten langs de Nieuwe Waterweg.

Om de effecten van recreatievaart op de ontwikkeling van waternatuur in beeld te brengen zijn diverse onderzoeken verricht, onder andere naar de hoeveelheid vaarverkeer en de effecten van elektrisch varen op de ecologie. Met deze resultaten hebben we een beter beeld gekregen van de verdeling van vaardruk; zo blijkt onder andere dat het stimuleren van elektrisch varen geen effectief instrument is om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren.

Het afvangen van exotische rivierkreeften met reguliere vangmiddelen (fuiken en korven) op drie proeflocaties in Delfland heeft geleid tot een afname van de populatie met 95% op deze drie proeflocaties. Op één proeflocatie zijn ook twee innovatieve vangmiddelen ingezet, met als doel het vangen van rivierkreeft met minimale bijvangst van andere waterdieren. Deze zijn getest bij de Wageningen Universiteit en succesvol binnen Delfland ingezet. Ook in 2023 gaat de afvangproef op de drie proeflocaties door. Deze wordt uitgebreid met een afvangperiode in de winter en meer innovatieve vangmiddelen.

We zijn in 2022 gestart met het in beeld brengen van de effecten van klimaatverandering en gebiedsontwikkeling op de waterkwaliteit. Ook participeren we in het NAD-project (Netwerk Waterketen Delfland) ‘Wijk van de Toekomst’ om te onderzoeken hoe water en bodem sturend kunnen zijn in bestaande en nieuwbouwwijken. We verwachten dit onderzoek in 2024 af te ronden.

Om de doelen voor overig water te halen, is de uitvoeringsstrategie Overig water bestuurlijk vastgesteld. Met gemeenten en andere gebiedspartners werken we samen om tot (proces-) afspraken te komen om zowel de KRW-doelen als de doelen voor overig water te realiseren. Met de gemeenten Rijswijk, Leidschendam-Voorburg en Westland zijn afspraken gemaakt en vastgelegd in de bestuurlijke in strategische samenwerkingsagenda’s. Met de overige gemeenten lopen gesprekken om tot afspraken te komen. Het proces met gemeenten om concrete ecologische inrichtingsmaatregelen af te spreken en uit te voeren verloopt langzaam. Delfland heeft in 2022 geen ecologische inrichtingsmaatregelen in overig water uitgevoerd of daaraan financieel bijgedragen.

Monitoring
Het monitoringsprogramma 2022 is volgens planning uitgevoerd. De resultaten worden beschreven in de Waterkwaliteitsrapportage 2022. Deze is in april 2023 gereed. Innovatieve methoden voor eDNA zijn verder verkend en toegepast. Voor zwemwater is er een methode ontwikkeld voor het bepalen van de oorsprong van fecale verontreinigingen (humaan, vogels, honden, paarden). Dit geeft kennis om mogelijke maatregelen te bepalen. Verder werken we met andere waterschappen en onderzoeksinstituten aan de ontwikkeling van nieuwe methoden met eDNA voor visstandonderzoek, voedselwebanalyse en de opsporing van overschrijdingen in de glastuinbouw. Het gebruik van bio-assays (bijvoorbeeld met watervlooien) als indicator voor de waterkwaliteit is verder verkend.

Toekomstbestendige zoetwatervoorziening
We hebben in 2022 ingezet op een toekomstbestendige zoetwatervoorziening, onder meer door actief deel te nemen aan het Deltaprogramma Zoetwater. De laatste maatregelen uit het Deltaplan Zoetwater eerste fase zijn in 2022 afgerond. In 2022 is gewerkt aan de voorbereiding van de maatregelen uit de tweede fase (2022-2027). Hiermee wordt de robuustheid van het Delflandse zoetwatersysteem vergroot. In 2022 is het ‘Droogteprotocol Schutten sluizen Delfland’ door het dagelijks bestuur vastgesteld en tijdens de droge zomer van 2022 is dit meteen toegepast. Om het knelpunt van zoutindringing via de sluizen voor de langere termijn aan te pakken, is in 2022 een proces doorlopen met de gebiedspartners en zijn afspraken gemaakt over in 2023 uit te voeren nader onderzoek naar de kosten en haalbaarheid van reeds in beeld gebrachte effectieve maatregelen om de zoutindringing te verminderen.

Zwemwater
In het WBP6 staat als ambitie dat alle aangewezen zwemlocaties voldoen aan de EU-zwemwaterrichtlijn en dat er alleen bij uitzondering een negatief zwemadvies mag zijn. In 2022 voldeden elf van de twaalf zwemlocaties aan de EU-zwemwaterrichtlijn. De scores waren aanvaardbaar, goed en uitstekend. De locatie Plassen Madestein-zuidzijde heeft het eindoordeel ‘slecht’ gekregen en voldoet niet aan de EU-zwemwaterrichtlijn.

In 2022 zijn de gesprekken met gemeenten over maatregelen bij zwemlocaties afgerond. Op basis van die gesprekken zijn de zwemlocaties geprioriteerd. Vervolgens zijn gesprekken gevoerd over de drie hoogst geprioriteerde zwemlocaties, te weten Wollebrand, Madestein- noordzijde en Madestein-zuidzijde. Dit heeft nog niet geleid tot het opstellen van concrete maatregelplannen. De reden is dat er nog geen duidelijkheid was over de bronnen van fecale verontreiniging in de zwemlocaties. Voor de Wollebrand is de verwachting dat de fecale verontreiniging voor het nieuwe badseizoen is opgelost. Als dat lukt, wordt met de gemeente Westland afgestemd over haalbaarheid en kosten van blauwalgmaatregelen. De verwachting is dat hierover voor het vierde kwartaal van 2023 duidelijkheid is. Voor de Plassen Madestein verwachten we in 2023 de resultaten van het onderzoek naar de fecale verontreiniging.