Exploitatieresultaat
Het exploitatiesaldo over 2022 bedraagt € 9,0 miljoen voordelig. In tabel 2.1 is de realisatie over 2022 per programma weergegeven. Naast de oorspronkelijke vastgestelde begroting 2022 is ook de bijgestelde begroting 2022 weergegeven; daarin zijn de vastgestelde mutaties uit de bestuursrapportage 2022 (Burap 2022) verwerkt.
Tabel 2.1 Vergelijk rekening 2022 t.o.v. begroting 2022 en bijgestelde begroting 2022 per programma
Afwijkingen in kosten en opbrengsten
Het resultaat 2022 is opgebouwd uit € 7,9 miljoen lagere kosten en € 1,1 miljoen hogere opbrengsten. Dit is het gevolg van een optelling van een aantal afwijkingen, die per programma in hoofdstuk 3 worden toegelicht. Een overzicht wordt hieronder weergegeven.
Opbrengsten
Afwijking |
Saldo (miljoen €) |
Verkoop van groengas en HBE-certificaten leverde meer op dan verwacht. |
2,0 |
De opbrengst voor Grensoverschrijdend afvalwater is hoger vanwege de afrekening definitieve vervuilingseenheden over het jaar 2018 en een hoger voorlopig aantal vervuilingseenheden over 2022. |
0,3 |
Hogere belastingopbrengsten dan begroot. |
0,2 |
Lagere opbrengst leges dan begroot. |
-0,3 |
Rentebaten op het schatkistbankieren. |
0,4 |
Tegemoetkoming van het Rijk voor de kwijtschelding van verschuldigde belastingen van gedupeerde huishoudens uit de kinderopvangtoeslagenaffaire |
0,2 |
Door de vertraging van de baggerwerkzaamheden en afronden baggerseizoenen blijft de facturatie aan gemeenten achter |
-0,5 |
Ontvangen subsidie voor Wet Open Overheid en voor nieuw vangtuig rivierkreeften. |
0,2 |
Van de bijdrage van het ministerie van VWS voor bemonstering rioolwater op covid is een deel van de vrijval te veel als bate opgenomen. |
-0,2 |
De in de begroting bij de baten opgenomen resterende taakstelling van € 1,2 miljoen is in de vorm van een stelpost in 2022 gerealiseerd door lagere lasten in verschillende programma’s. Ofwel de opgenomen bate wordt gedekt door lagere lasten verantwoord aan de lastenzijde bij de programma’s. Hierdoor is de taakstelling gerealiseerd. |
-1,2 |
Totaal hogere opbrengsten |
1,1 |
Kosten
Afwijking |
Saldo (miljoen €) |
Vertragingen in de uitvoering van werkzaamheden als gevolg van: -langere levertijd goederen en materialen; -moeilijk vervulbare vacatures; -personeelsgebrek externe partijen. |
4,8 |
Hogere bijdrage Hoogwaterbeschermingsprogramma door naheffing 2021 en een verwachte indexatie bijdrage 2022. |
-0,6 |
Vertraging in de voorbereiding, de aanbestedingen en in de uitvoering hebben geleid tot onderbesteding van het baggerbudget. |
2,0 |
Minder afzet slib door lagere hoeveelheid vuillast en regenwater. |
0,5 |
In de dienstverleningsovereenkomst met Delfluent is gerekend met een te lage korting als gevolg van de herfinanciering in 2016. |
0,2 |
Lagere kosten Regionale Belastinggroep (RBG). |
1,0 |
Verschuiving projecten naar investeringen. |
1,0 |
Lagere uitgaven Innovatiefonds. |
0,4 |
Stopzetten investeringsprojecten Zoetwaterfabriek en Zandfilter. |
-1,7 |
Aanschaf aandelen Aquaminerals B.V. ten onrechte in de kosten geboekt. Deze zijn nu opgenomen op de balans onder Financiële activa. |
0,1 |
Optelling van overige kleine afwijkingen (netto). |
0,2 |
Totaal lagere kosten |
7,9 |
Exploitatieresultaat per taak
In onderstaande tabel is het exploitatieresultaat van € 9,0 miljoen positief nogmaals weergegeven, maar nu per taak. Hieruit blijkt dat de taak watersysteembeheer een positief resultaat heeft behaald van € 9,5 miljoen, terwijl de taak zuiveringsbeheer een negatief resultaat laat zien van € 0,5 miljoen.
Tabel 2.2 Vergelijk rekening 2022 t.o.v. begroting 2022 en bijgestelde begroting 2022 per taak
Investeringen
De oorspronkelijke begroting 2022 ging uit van een bedrag van € 29,6 miljoen aan investeringen. In de bestuursrapportage 2022 is dit aangepast naar € 27,4 miljoen. Uiteindelijk is in 2022 € 18,0 miljoen gerealiseerd (zie hoofdstuk 3 voor de investeringen in de individuele programma’s).
De belangrijkste oorzaken van de lagere realisatie ten opzichte van de bijgestelde begroting zijn:
- materiaaltekorten, met name waterkeringen (€ 3 miljoen minder gerealiseerd in 2022);
- langere voorbereidingstijd door complexiteit van de projecten en uitloop van planning (Voor waterkeringen resulteert dit tot circa € 2 miljoen lagere kosten in 2022 en voor waterketen tot € 3,2 miljoen lagere kosten ten opzichte van de Burap 2022);
- vertraging door ingediende bezwaren tegen door ons aangevraagde omgevingsvergunningen.
Op basis van de aangepaste begroting (september 2022) lijkt het alsof de onderbesteding zich vooral in de laatste paar maanden van het jaar heeft voorgedaan. Dat beeld is onjuist. Tijdens het opstellen van de Burap 2022 was de verwachting dat in de tweede helft van het jaar een groot deel van de opgelopen vertragingen ingelopen had kunnen worden. Uiteindelijk zijn we daarin te optimistisch geweest.
Tabel 2.3 Investeringsuitgaven 2022 t.o.v. Begroting en bijgestelde begroting 2022