Op basis van de Kadernota Rechtmatigheid 2021 van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording kunnen meerjarige inkoopcontracten die niet voldoen aan de Europese Aanbestedingsregels, worden toegelicht.
Overige meerjarige verplichtingen
Hieronder worden de belangrijkste verplichtingen vermeld die groter zijn dan € 500.000. Uit het financieel systeem blijkt dat op investeringen en exploitatie voor een bedrag van circa
€ 59,7 miljoen aan verplichtingen zijn geregistreerd, met een meerjarig karakter en/of een hoogte van minimaal € 500.000. In onderstaand overzicht zijn de meerjarige verplichtingen uit inkoopcontracten weergegeven.
VPB-plicht (vennootschapsbelasting)
De waterschappen zijn per 1 januari 2016 VPB-plichtig geworden. Dit houdt in dat er winstbelasting afgedragen dient te worden over ondernemersactiviteiten. Hierbij valt te denken aan het uitlenen en detacheren van personeel, het overnemen van beheer en onderhoud van gemeentelijke kunstwerken, het vermarkten van reststromen (levering van biogas (groen gas) aan een bedrijf, levering van elektriciteit aan het net). Hoewel Delfland zelf geen winst maakt, kan op projectniveau fiscaal gezien wel sprake zijn van winst (fiscale winstbepaling kent andere waarderingsgrondslagen). De aanslag vennootschapsbelasting over 2021 en de verwachte aanslag over 2022 zijn verwerkt in de jaarrekening 2022.
Verleende garanties
Aan diverse verbonden partijen zijn financiële garanties verleend. Deze garanties zijn toegelicht in paragraaf 4.5 Verbonden partijen. Het overzicht van de verleende garanties is gepresenteerd in de tabel hieronder. In 2022 is Delfland niet aangesproken op verleende financiële garanties.
Overzicht gegarandeerde geldleningen en borgstellingen
Langlopende leaseverplichting
Voor de bouw, het beheer en onderhoud van de AWZI’s Harnaschpolder en Houtrust is Delfland een langlopende overeenkomst aangegaan met Delfluent in de vorm van een publiek-private samenwerking. Op basis van deze overeenkomst is Delfland verplicht tot en met 2033 jaarlijks een geïndexeerd bedrag voor beheer en onderhoud te betalen. De verplichting aan Delfluent bedroeg in 2022 afgerond € 50 miljoen. Gedurende 2022 zijn geen betalingen verricht aan geldleningen en borgstellingen.
In de verplichting van € 50 miljoen zit een opslag voor de gestegen energiekosten die in de bestuursrapportage 2022 is verwerkt. In het najaar 2022 zijn de energieprijzen echter gedaald, waardoor de vraag voorligt of de doorgevoerde verhoging voor 2022 reëel is. Wij zijn hierover met Delfluent in gesprek. Bij het vaststellen van de jaarstukken 2022 was hier nog geen uitsluitsel over.
Persoonsgebonden basisbudget
In de cao is voor het personeel een recht opgenomen om € 6.000 voor een periode van vijf jaar te kunnen besteden aan persoonlijke ontwikkeling en/of een reservering voor toekomstig verlof. Voor zover het budget niet is omgezet in een verlofrecht (zie paragraaf 7.11), is dit niet opgenomen als een financiële verplichting aan het personeel. Het bedrag dat per 31 december 2022 als recht openstaat, bedraagt € 2,8 miljoen.
Het recht op persoonlijke ontwikkeling is in de begroting verwerkt voor een jaarlijks bedrag gelijk aan een vijfde van het totale recht; dit is € 0,6 miljoen per jaar. Het gebruik van dit recht hoeft niet gelijkmatig plaats te vinden. Ook kan het recht onbenut blijven. Op de balans is geen rekening gehouden met een lager gebruik. In de praktijk is het nog niet voorgekomen dat het gebruikte recht groter is dan het jaarlijks gebudgetteerde deel.